Ons raadslid Lesley heeft de volgende kwestie aan de orde gesteld bij het college, als vervolg op eerder gestelde vragen.
Vervolgvragen verwarde personen
Wij danken het college allereerst voor de (uitgebreide)beantwoording van onze vragen over het gemeentelijk beleid ten aanzien van ‘verwarde personen’.
Deze beantwoording roept bij ons wel een aantal vervolgvragen op. Voor ons belangrijk omdat we – en wij niet alleen – duidelijkheid willen (moeten) hebben over de uitwerking van het beleid in de dagelijkse praktijk in onze kernen en bij onze instellingen. Bovendien willen wij natuurlijk zeker zijn van de beste aanpak van deze groeiende (30%) problematiek voor onze inwoners!
Antwoord: Ook het college ziet een toename van het aantal meldingen verwarde personen in de kernen. De cijfers zeggen niet alles over het aantal verwarde personen. Eén persoon kan meerdere meldingen veroorzaken. De aanwezigheid van instellingen binnen een gemeente heeft effect op het aantal incidenten. De extramuralisering (uitstroom uit instellingen) en het doel om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen (voorkomen instroom) dragen eveneens bij.
Uiteraard willen wij ook graag een goede aanpak voor deze groep inwoners, maar ook rekening houdend met hun omgeving (de buren, onze kernen). Dit is een nieuwe taak voor de gemeente en wij zullen daarmee aan de slag moeten. Dat is ook de reden waarom wij in de voorjaarsnota voorstellen om 79.000 euro beschikbaar te stellen voor formatie om hier een aanpak voor te ontwikkelen, ook al weten we nog niet welk bedrag we van het rijk voor deze nieuwe taak zullen krijgen. Dat betekent dat een aantal vragen nog niet beantwoord kan worden; de aanpak moet nog worden ontwikkeld. Voor een themabijeenkomst is het dan ook op dit moment nog te vroeg.
Een aantal vragen kunnen wij wel beantwoorden. Dat zijn:
Vervolgvraag 1.
In de beantwoording wordt bijna consequent gesproken over ‘(integrale) wijkteams’. Het is ons onduidelijk wat wij daaronder exact moeten verstaan, omdat wij toch geen “wijken”, laat staan “wijkteam(s)” hebben. In onze gemeente spreken we hoogstens over ‘kernen’.
Worden hier dan ook teams in al onze kernen bedoeld of blijft de inzet beperkt tot onze ‘sociale teams’? (onlangs teruggebracht van 4 naar 2). Kortom waarop wordt ingezet en waar kunnen onze ‘melders’ dus terecht?
Bestaan deze teams en de – ook in ditzelfde verband genoemde – risico-taxatie-instrumenten al? Zo ja, waar? En hoe kunnen ze bereikt worden? En hoe worden ze versterkt/uitgebreid zoals geadviseerd in de antwoorden?
Antwoord: Waar we in de beantwoording spreken over (integrale) wijkteams bedoelen we in onze gemeente de huidige sociale teams en het regieteam.
De sociale teams elk werken in en voor meerdere dorpskernen. Het regieteam werkt voor alle kernen.
Vervolgvraag 2.
Vroegtijdige signalering: er staat een hele opsomming van te organiseren punten. Welke zijn hiervan al gerealiseerd en wat is de planning en stand van zaken met betrekking tot de zaken die nog op de rol staan? En hoe is/wordt deze aanpak en stand van zaken gecommuniceerd met alle ‘stakeholders’, cliëntenorganisaties en inwoners? Met name ten aanzien van het genoemde ‘Meldpunt Bijzondere Zorg’.
Antwoord: Het meldpunt bijzondere zorg is toegankelijk voor alle inwoners. De contactgegevens staan op de website van de GGD maar ook van de gemeente Berg en Dal.
Het meldpunt bijzondere zorg werkt nauw samen met ons regieteam/sociale team. Verder pakken wij de punten op in ons lokale plan van aanpak.
Vervolgvraag 3. Welke instellingen…..
Er wordt gesproken over Het Interventieteam OGGZ. Is dit een regionaal of regiegemeente team of een Berg en Dals team? Wat zijn de ervaringen daar tot nu toe mee wat betreft bereikbaarheid, effectiviteit, terugkoppeling etc.?
Antwoord: Het interventieteam en het meldpunt bijzondere zorg zijn ondergebracht bij de GGD. Het interventieteam OGGZ wordt zo nodig ingeschakeld door de medewerker van het meldpunt bijzondere zorg. Zij werken beiden intensief samen met o.a. onze sociale teams/regieteam.
Vervolgvraag 4.
Zijn er voldoende laagdrempelige inloopfuncties in onze gemeente? Wordt ook nagedacht over de uitbreiding ervan in kernen waar er (nog) geen is? Waarom wel / niet?
Antwoord: Hier komen we op terug in ons plan van aanpak.
Vervolgvraag 5. Financiën.
Het is bekend dat een vermindering van gelden dreigt. Ons PvdA-kamerlid John Kerstens heeft hierover ook landelijk Kamervragen gesteld.
Wat is de exacte inzet van onze regio maar ook van ons college om aandacht te vragen voor een rechtvaardige verdeling van de gelden, gebaseerd op aantal ‘verwarde personen’ in plaats van aantal inwoners?
Antwoord: De portefeuillehouder uit Nijmegen zit namens de VNG aan de onderhandelingstafel met het rijk. Wij benadrukken steeds dat het van belang is dat het rijk bij de overdracht van taken ook geld mee geeft en dat brengt hij ook in. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VNG zijn wij ook aanwezig om ons geluid te laten horen.
Vervolgvraag 6.
Graag zouden wij zien dat een themabijeenkomst over deze problematiek wordt georganiseerd voor raad en stakeholders om daarmee de uitvoering van het beleid t.a.v. verwarde personen breed bekend te maken bij alle belanghebbenden en ook zeker bij onze inwoners. Zou dat kunnen?
Antwoord: Hier komen we op terug in ons plan van aanpak.