RES en zonneparken, nu met antwoordenen vervolgvragen

Door Lesley Albers op 13 oktober 2020

Schriftelijke politieke vervolgvragen over “RES en zonneparken”

Na verdere bestudering van de RES en het aanbod van onze gemeente hebben wij steeds meer vraagtekens bij de gevolgde procedure en de uiteindelijke keuze van het college. Dezelfde vraagtekens hebben veel bewoners en ook andere partijen, zoals blijkt uit de gebrekkige discussie in de Carrousel, gestelde vragen en de reacties uit de bevolking. Het is ons onmogelijk om een goede afweging te maken bij de keuze van het college voor de voorgestelde pilots. Het is ons onduidelijk waarom en op welke gronden de keuzes zijn gemaakt.

Daarom vragen wij het college:

  • om alle ingediende projecten, ook die met eventuele windenergie, openbaar te maken en de redenen waarom zij niet zijn gekozen.

Dit maakt het onze fractie mogelijk om tot een transparante keuze te komen.
 
Alvast bedankt!
 
Namens PvdA Berg en Dal
Lesley Albers, Fractievoorzitter


Ons raadslid Lesley heeft de volgende kwestie op 18 september j.l. aan de orde gesteld bij het college.
Hieronder zijn de antwoorden van 24 september j.l. verwerkt.

Schriftelijke politieke vragen naar aanleiding van de Carrousel over informatienota’s M39 Grootschalige zonneparken en M40 betekenis concept-aanbod RES

In de carrouselvergadering van 10 september jl. was er onvoldoende tijd om alle vragen te bespreken. En er was ook onvoldoende tijd om alle opmerkingen t.a.v. het concept-aanbod RES mee te geven. Afgesproken is om die dan schriftelijk mee te geven. Hierbij!

Vragen over de pilots, notitie M39

Pilot Zonnepark Leuth – Millingen aan de Rijn. Een initiatief van De Beijer, Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en ZEBRA.

  • Vraag: Wij nemen aan dat alle drie de huidige deelnemers akkoord zijn met de uitgangspunten en doelstelling van het project. Uit de bijdrage van dhr. Jaap Dirkmaat als inspreker en het antwoord van de wethouder bleek dat vooralsnog niet, dus wankele basis.
    Dan de vraag: wat gebeurt er als dhr. Dirkmaat/Vereniging Nederlands Cultuurlandschap zich terugtrekt? Hoe is zijn/haar positie en hoe borgt u hoe dan ook nog steeds de natuurontwikkeling binnen deze pilot?
     
    Antwoord: De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap is één van de drie initiatiefnemers van Pilot 2 (naast Zebra en De Beijer). Alle deelnemers aan het project hebben zich verbonden aan de uitgangspunten en doelstelling van het project. Voor de gemeente is deelname van VNC één van de belangrijke voorwaarden omdat deze de natuurdoelen borgt. Daarnaast is – net zo belangrijk – directe betrokkenheid van de inwoners van belang. Als VNC haar steun voor het project intrekt, wordt de kans van slagen van het project zeer gering, tenzij de overige deelnemers kunnen garanderen en de gemeente kan overtuigen dat de uitgangspunten en doelstelling worden behaald.
     
  • Vraag: Een uitgangspunt uit de Ruimtelijke visie is: Hoe zorg je voor lokaal draagvlak?
    Hoe wordt hier ‘draagvlak’, na de eerste negatieve reacties op de pilot, verworven? Wie gaat dat doen?
     
    Antwoord: Voor het creëren van lokaal draagvlak is het essentieel om inwoners op tijd en regelmatig bij het initiatief te betrekken. De initiatiefnemer moet, ook voordat een plan volledig is uitgewerkt, met omwonenden in gesprek. Omwonenden krijgen ruimte voor het indienen van ideeën over de aanpassing en inpassing van het zonneveld. Daarnaast worden de mogelijkheden voor de omwonenden om mee te delen in de opbrengsten van een zonneveld, besproken en conform de vereisten vanuit de gemeente opgezet. Van het participatieproces wordt een verslag gemaakt. Dit proces is vereist en onderdeel van de ruimtelijke visie (bijlage 4). Het proces is van toepassing op alle plannen voor zonnevelden. De organisatie ligt wel zoveel als mogelijk bij de initiatiefnemer. De gemeente is wel bij het participatieproces betrokken en kan, daar waar het gewenst is, deel uitmaken van het participatieproces. Als blijkt dat het niet goed verloopt, kan de gemeente de regie overnemen.
     
    Voor het grote zonneveld, waarvan de impact ook groot is, is door de projectontwikkelaar samen met de bewoners een participatieplan opgesteld waarin een uitgebreid participatieproces met planning staat beschreven. Ook de rol van de gemeente is daarin beschreven. Dit plan wordt u zo spoedig ter informatie aangeboden en indien door u gewenst in de raadsvergadering van oktober 2020 besproken.

     
  • Vraag: Hiervoor is minimaal een tekening met alle landschappelijke consequenties en contouren noodzakelijk. Is die voorhanden?
     
    Antwoord: Nee nog niet. Het gebied waarin het grote zonneveld wordt beoogd is wel op hoofdlijnen bekend maar het plan is nog niet uitgewerkt. Het is juist de bedoeling dat omwonenden worden betrokken bij de uitwerking van het plan en samen tot een optimale invulling komen.
     

Pilot Dennenkamp/Boersteeg. Een initiatief van Solar Energy Works.

  • Vraag: Waar begint en waar eindigt daar ons ‘unieke’ landschap?
     
    Antwoord: In zekere zin is ons hele grondgebied `uniek landschap’. Maar ook in uniek landschap zal een bijdrage geleverd moeten worden aan het opwekken van duurzame energie. Samen met inwoners en u, is door uw raad de ruimtelijke visie duurzame energieopwekking 2019 vastgesteld. Hierin zijn een aantal zoekgebieden voor grootschalige zonneparken aangewezen. De pilots liggen binnen deze zoekgebieden. Daarbuiten liggen geen pilots.
     
  • Vraag: Is het niet tijd om weer te gaan praten met Kranenburg, zie Steins afscheidsinterview in Gelderlander. Ook over ons landschap.
     
    Antwoord: Indien zich een gelegenheid voordoet, zal er zeker met Kranenburg worden gesproken.
     
  • Vraag: Deze ‘prime locatie’ moet toch zeker uit de wind worden gehouden, waarom is hiervoor niet gekozen?
     
    Antwoord: Zie antwoord bij de vraag over het ‘unieke’ landschap.

     
  • Vraag: Wat is de participatie van de bevolking/aanwonenden hier geweest?
     
    Antwoord: In de ruimtelijke visie staat beschreven wat wij belangrijk vinden in het participatieproces. Het participatieproces moet grotendeels nog worden uitgevoerd.
     
  • Vraag: Dit nog los van de nabijheid van bewoning van de inspreker, dhr. Smit. Bij het eventueel doorzetten van deze locatie; wat is dan de ruimte voor compensatie voor bewoner(s)? Planschade procedure? Wat is hierin de rol van de gemeente?
     
    Antwoord: Onderhandelingen over compensatie zijn tussen initiatiefnemer en inwoner. Daarnaast kan de inwoner een planschadeverzoek bij de gemeente indienen. Beoordeling van zo’n verzoek wordt door een extern bureau uitgevoerd. Eventuele planschadekosten worden door gemeente verhaald op de initiatiefnemer.
     
  • Vraag: Ziet u mogelijkheden om het geplande zonnepanelenpark op verder dan de 5 meter van de erfgrens van inspreker te situeren? Waarom wel/niet?
     
    Antwoord: We zeggen u toe daarover in gesprek te gaan met de initiatiefnemer. Op dit moment is de situering van het zonneveld en de landschappelijke inpassing nog niet met de gemeente gedeeld.
     

Algemeen bij de pilots

  • Vraag: Participatie bevolking: hoe wordt die vastgelegd: met verenigingen? Met de gemeente? Waarom kan het Beuningen model (51% afgedwongen deelname van coöperatie) niet worden overgenomen? Is onderzoek gedaan naar haalbaarheid? Wenselijkheid?
     
    Antwoord: Het participatieproces is vastgelegd in bijlage 4 van de ruimtelijke visie. Het proces is van toepassing op inwoners maar evengoed op verenigingen of andere betrokkenen. Participatiemogelijkheden die in het proces worden genoemd zijn: mede eigenaarschap, financiële deelneming, een lokaal fonds, een omwonendenregeling of bijdragen aan lokale economie. Het is aan de initiatiefnemer in overleg met omwonenden, energiecoöperaties en andere betrokkenen om hiervoor een voorstel te doen.
     
  • Vraag: Wat is bij de berekening van onze bijdrage het uitgangspunt, het huidige gebruik of het toekomstige, inclusief melkfabriek, scheepsbouw Millingen etc. etc.
     
    Antwoord: De berekeningen uit de ruimtelijke visie duurzame energie zijn gebaseerd op de cijfers die op dat moment bekend waren bij het Gelders Energie Akkoord, De Klimaatmonitor en bij het adviesbureau dat ons heeft bij gestaan. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn daarin niet meegenomen.
     

Opmerkingen en vragen bij concept-aanbod RES

  • Vraag: Windenergie. Er is in de RES sprake van een onbalans waardoor problemen te verwachten zijn met de netaansluiting. Als een aansluiting van een zonnepark ook de piekbelasting aan moet kunnen, dan wordt deze onnodig duur en slechts weinig benut. Dit geeft extra kosten die betaald zullen worden door huishoudens via de netopslag op de stroomprijs.
    Heeft de wethouder dit meegenomen?
     
    Antwoord: De keuze voor een aansluiting is normaal gesproken een keuze van de projectontwikkelaar. Het is voor de gemeente mogelijk om bij vergunningverlening voorwaarden mee te geven. Het efficiënt benutten van de netaansluiting zou er een van kunnen zijn. Marktpartijen passen momenteel al op eigen initiatief curtailment toe, dit betekent dat het aansluitvermogen bewust lager wordt gehouden dan het opwekvermogen. De projectontwikkelaar zoekt hierbij het economisch optimum, de gemeente kan aanvullend voorwaarden stellen om tot een maatschappelijk optimum te komen.
     
  • Vraag: Wanneer wordt de regie overgenomen, door bijvoorbeeld de provincie (/Liander)?
    Bij disbalans zon/wind? Disbalans tussen ‘biedingen’ individuele gemeentes die niet zijn weergegeven? Onhaalbaarheid infra? Disbalans tussen bijdrage burgers/huishoudens en industrie/bouw/ agrarische sector?
     
    Antwoord: De provincie heeft aangegeven het huis van Thorbecke te hanteren als uitgangspunt. Dit is ook opgenomen in de door de raad vastgestelde startnotitie RES. De timing van een eventuele escalatie is niet besproken. Liander streeft naar een assertievere rol in de RES en komt daarom met een eigen perspectief op de huidige RES plannen. De regie is echter niet in handen van een partij maar zal een samenspel blijven van Provincie, gemeente, netbeheerder en (lokale) stakeholders.
     
  • Vraag: Wie houdt die disbalans bij?
     
    Antwoord: De werkorganisatie RES Arnhem Nijmegen werkt aan een monitoring van de plannen waarbij de disbalans zon-wind een van de te monitoren waarden is (key performance indicator).
     
  • Vraag: De kosten die het uiteindelijk meebrengt voor onze inwoners moet in het stuk terugkomen. De realisatie van de energietransitie dient voor financieel kwetsbare gebruikers geen nadelige gevolgen te hebben! In het bod wordt onvoldoende duidelijk gemaakt wie de gekozen oplossingen gaan financieren. De keuze voor grootschalige zonneprojecten heeft als gevolg dat op grote schaal SDE-subsidies nodig zijn om de financiering rond te krijgen. Deze subsidies worden betaald via de Opslag Duurzame Energietransitie (ODE). Huishoudens betalen in 2020 onevenredig veel meer aan die ODE-gelden dan industrie en landbouw.
     
    Antwoord: Uw standpunt is ter kennisname per mail meegegeven aan de RES organisatie..
     
  • Vraag: Goede en kleinschalige voorlichting door de gemeente is noodzakelijk. De onderbouwing en argumentatie voor de keuze van een energie en een locatie moet veel beter, meer open en toegankelijk voor de gebruikers en omwonenden. Eerlijke en open informatie!
     
    Antwoord: We werken aan goede en kleinschalige voorlichting. In onze optiek zijn we hierin open en transparant.
     
  • Vraag: Meer ruimte voor coöperatieve aanpak in de RES. Hoe bent u daarmee bezig?
     
    Antwoord: Stakeholders waaronder energiecoöperaties, worden betrokken bij thema’s die op regionaal niveau spelen. Nu zijn meer dan 550 stakeholders betrokken. Zij worden uitgenodigd o.a. voor sessies om te komen tot een regionale visie voor locaties energieopwekking in Regio Arnhem Nijmegen. Het is aan de stakeholders zelf in hoeverre zij hierop in gaan.
     
  • Vraag: De belangen van de inwoners dienen aandacht te krijgen in gemeentelijke of gemeente-overstijgende adviesraden, bestaande uit deskundige en betrokken inwoners, die de betreffende gemeenten adviseren over gewenste ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie.
    Bent u bereid tot het instellen van een (gemeentelijke) adviesraad? Wilt u zich hiervoor hard maken?
     
    Antwoord: Dit is geen technische vraag.
     
  • Vraag: Wat gaat er gebeuren met RES 2.0 en 3.0 ? Dat is ons inziens nog volstrekt onduidelijk. Zeker wat de kosten betreft. Het gemeentelijke beleid dient namelijk ook te anticiperen op de realisatie van RES 2.0 en 3.0 in de periode tot 2030. Doen we dat al? En zo ja, hoe?
     
    Antwoord: De vervolg RES’en zullen voortborduren op de RES 1.0 waarbij een voortdurende aanscherping van de inzichten, en een verruiming van de horizon te verwachten is.
    In het coalitieakkoord is aangegeven dat we 16% duurzame energie willen opwekken in 2023. Daarnaast is ook aangegeven dat de gemeente Berg en Dal in 2050, en bij voorkeur 2040 klimaatneutraal willen zijn. Daar werken we in het beleid naar toe. In ons Actieplan Duurzaamheid is er ook een tussendoel voor 2030 opgenomen. Dat ligt in de lijn van de RES (met dien verstande dat de opgave in de RES niet naar gemeenten is uitgesplitst).

     
  • Vraag: Door het overaanbod van zonneparken tijdens zonnige perioden zal de werkelijk levering minder zijn dan de helft van de theoretisch capaciteit. Hieraan wordt in RES 1.0 geen aandacht besteed.
     
    Antwoord: Geen vraag gesteld. Ter info: In de RES 1.0 zal aandacht worden besteed aan de werkelijk te leveren hoeveelheden energie, hierbij wordt rekening gehouden met effecten zoals het aftoppen (curtailment) van energie.
     
  • Vraag: Regie van provincie en Liander i.v.m. infrastructuur moet veel daadkrachtiger om doelstelling te halen. Dit gaat zo niet lukken als individuele gemeentes, waaronder de onze, wind ‘zomaar’ (Groen) links laten liggen.
     
    Antwoord: Geen vraag gesteld. Ter info: Zie antwoord hierboven waarbij gesproken wordt over ‘het huis van Thorbecke’.
     
  • Vraag: Verdeelsleutel per gemeente wordt gemist.
     
    Antwoord: Geen vraag gesteld. Ter info: In de door de raad vastgestelde startnotie RES is afgesproken dat de regio op zoek naar het haalbare potentieel voor duurzame opwek. Er is hiermee gekozen om geen verdeelsleutel vooraf te definiëren.
     


Bijlage RVDE 2019 Invulling van het werkproces
Bijlage – Kaart RDVE 11 februari 2020


Lesley Albers

Lesley Albers

De afgelopen 4 jaar was ik raadslid en fractievoorzitter. Ik vind het een eer en een uitdaging om opnieuw gekozen te zijn tot de nieuwe lijsttrekker voor de gemeenteraadsverkiezingen 2022. Ik vind het belangrijk dat jonge werkende moeders ook vertegenwoordigd zijn in de raad. Via onze website en sociale media houd ik jullie op de

Meer over Lesley Albers