Namens GroenLinks en PvdA hebben wij een aantal vragen aan het college over het project Ooijse Graaf naar aanleiding van de carrousel van 5 oktober jl.
Hieronder zijn de antwoorden verwerkt die we op 12 oktober hebben ontvangen
Vragen over ‘Herinrichting Ooijse Graaf’
Geacht college,
Naar aanleiding van de inbreng van de insprekers en de discussie tijdens de carrousel van 5 oktober jl. hebben wij de volgende vragen.
Vragen:
- Vraag: Er is onduidelijkheid over de hiërarchie tussen Structuurvisie en LOP en het voortschrijdend inzicht van het college daarover. Wat is nu de juridische status? Lopen we als gemeente risico’s bij een juridische procedure?
Antwoord: In een structuurvisie geven we een integrale visie op een gebied. Deze structuurvisie is alleen bindend voor de opsteller. Als gemeente kunnen we enkel afwijken van de structuurvisie als we dit zorgvuldig onderbouwen. In de toelichting van het bestemmingsplan en in de zienswijzenota onderbouwen we waarom we afwijken van de structuurvisie. Een belangrijke reden om af te wijken van de structuurvisie zijn de ontwikkelingsdoelen uit het landschapsontwikkelingsplan (LOP). De zandwinning is een instrument om te komen tot een gebiedsontwikkeling die we vanuit het LOP wenselijk vinden voor dat deelgebied. Daarnaast onderbouwden we dat de negatieve effecten van zandwinning die eerder geleid hebben tot de uitspraak in de structuurvisie, nu ondervangen zijn in het plan. Dit doordat er sprake is van een gebiedsontwikkeling waardoor er geen monofunctioneel gebied ontstaat na de zandwinning en doordat het gewonnen zand over het water en niet over de weg afgevoerd wordt.
Bij een eventuele juridische procedure kan dit worden ingebracht als beroepsgrond. We vinden als college wel dat we het afwijken van de structuurvisie goed hebben onderbouwd. Het risico is daardoor minimaal.
- Vraag: Is de zandwinning als motor van het totale project nog steeds noodzakelijk? Eén van de insprekers gaf aan dat de overheid/provincie meer moet/gaat investeren in natuurontwikkeling. Dat zou een heel andere financiering mogelijk kunnen maken. Heeft het college dit onderzocht?
Antwoord: Ja. De twee potentiële subsidiebronnen betreffen Vitaal Landelijk Gebied Gelderland (VLGG) en Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW).
Het VLGG wil de transitie van het buitengebied naar een toekomstbestendige landbouw en natuur bevorderen. De provincies hebben hiervoor inmiddels plannen ingediend bij het Rijk. Het beschikbare budget wordt hierbij meer dan tweemaal overvraagd. Daarnaast ondervindt onze regio binnen de provincie sterke concurrentie van de Gelders Vallei en de Veluwe, waar met name de stikstofproblematiek speelt. Het is dan ook sterk de vraag of er gelden beschikbaar komen uit het VLGG voor natuurontwikkeling in de Ooijse Graaf.
De PAGW heeft tot doel de ecologische waterkwaliteit te verbeteren en de natuur te versterken in de grote wateren. Het planproces is reeds gestart met een preverkenning, waarin de verbinding tussen de uiterwaarden en de Ooijse Graaf wordt genoemd. Er is op dit moment geen zicht op prioriteiten en beschikbaar budget. Het is hierbij de vraag of er voldoende middelen beschikbaar komen voor binnendijkse maatregelen, aangezien de focus grotendeels op de rivieren en het bijbehorende buitendijkse gebied ligt.
De zandwinning is naast de financiële motor ook een motor voor de haalbaarheid vanwege de grondposities. De locatie omvat de huiskavel van een gezond akkerbouwbedrijf met opvolgers. Op zowel de korte als de middellange termijn voorzien wij om die reden dan ook geen omvorming van akker naar rietmoeras en open water zonder de combinatie met zandwinning.
- Vraag: Wanneer de zandwinning tot een diepte van 30 meter gaat, ontstaat er een locatie om in de toekomst baggerspecie te storten. Gezien de ervaringen met vervuilde grond bij dit soort projecten maken wij ons grote zorgen voor natuur en mens. Wordt in de ontgrondingsvergunning opgenomen dat het storten van vervuilde grond niet is toegestaan?
Antwoord: We begrijpen de zorg. Het verontdiepen van de ontzandingsplas is geen onderdeel van het huidige plan. De ontgrondingsvergunning maakt dit nu dan ook niet mogelijk. K3Delta geeft ook aan hier geen voornemens voor te hebben. We verwachten dan ook niet dat er een wens tot verontdiepen ontstaat.
Mocht er wel een verzoek tot verontdiepen komen, dan gelden er een aantal procedures. Er moet dan allereerst een inrichtingsplan worden opgesteld. In dit inrichtingsplan staat wat het doel (nut en functionaliteit) van de herinrichting is, in welke (ruimtelijke) plannen dit onderbouwd wordt en hoe dit doel bereikt wordt. Er staat ook in hoe aan de eisen uit het Besluit bodemkwaliteit wordt voldaan en hoe eventuele monitoring en beheer van de plas na afronding gaat plaatsvinden. Bij een dergelijk verzoek toetsen we als gemeente of het inrichtingsplan past binnen de regels van de bestemming Natuur in het bestemmingsplan. De waterbeheerder toetst of de beoogde inrichting past binnen de plannen voor de plas of het gebied. Bij een positieve beoordeling vanuit de gemeente en de waterbeheerder is er een melding in het kader van het Besluit bodemkwaliteit nodig. Verder is er op basis van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden nodig. Ook is er mogelijk een vergunning nodig op grond van de Wet natuurbescherming, een watervergunning voor gebruik van een rijkswaterstaatwerk of een ontheffing in het kader van de Keur van het waterschap.
- Vraag: Is in het beheersplan wel duidelijk vastgelegd dat de toegankelijkheid van het toekomstige natuurgebied gewaarborgd is? Kunnen onze inwoners en toeristen straks een mooi ommetje maken rondom te plas? Hoe is de financiering van het natuurbeheer geborgd? Gezien het feit dat het terrein privaat eigendom blijft.
Antwoord: In de Regels is het volgende opgenomen onder de bestemming Natuur: De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: l extensieve dagrecreatie
4.1.2 Nadere detaillering van de bestemming: Extensief recreatief medegebruik: Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering, e.d. Hiermee wordt de bedoeling van de bestemming verduidelijkt in de regels.
Het beheerplan is als verplichting gekoppeld aan het bestemmingsplan. In het Beheerplan is in hoofdstuk 4 ‘ Voor de mens beleefbare natuur (principe 3) een kaart opgenomen met de locaties van de verschillende recreatieve voorzieningen zoals wandelpaden en hoe ze worden aangelegd. In 4.2 zijn de concrete eisen voor gebruik, beheer en onderhoud van de hierboven genoemde voorzieningen opgenomen. De betreffende grondeigenaar zorgt voor een reglement voor het gebruik van het natuurgebied. Dit reglement kan jaarlijks aangepast worden en dient er op gericht te zijn om verantwoord gebruik van het natuurgebied te waarborgen. Volledige afsluiting van paden valt hier echter niet onder.
K3 stelt voorafgaand aan de uitvoering ter zekerheid een bankgarantie aan de provincie Gelderland. De financiering van het beheer is op de lange termijn gewaarborgd via de provincie Gelderland. De betrokken natuurorganisaties ontvangen hiervoor jaarlijks een bijdrage uit de beheersubsidie Natuur en Landschap (SNL), die voldoende is om het beheer van de aangewezen habitattypen te kunnen uitvoeren.
- Vraag: Kan er duidelijkheid worden gegeven waarheen de gewonnen grondstoffen worden vervoerd? Eén van de insprekers maakt zich grote zorgen vanwege de overlast die nu al wordt ervaren van de classificeer installatie in Lingewaard. Deze zit al aan het maximum van geluid overlast en uitstoot. Wanneer de grondstoffen daar naartoe worden vervoerd, dat zal deze installatie tot meer overlast in met name Groenlanden leiden. Hoe gaat het college deze zorg wegnemen?
Antwoord: Het voorliggende bestemmingsplan gaat hier in principe niet over. De gemeente heeft geen invloed op de bestemmingen van het zand, maar op de locatie waar het zand naartoe gebracht wordt gelden vanzelfsprekend ook de geldende wet- en regelgeving.
K3Delta heeft wel nader toegelicht waar het gewonnen zand naartoe vervoerd wordt. De tijdelijke zand klasseer installatie op locatie in het plangebied maakt het mogelijk dat het zand in de gewenste samenstelling direct aan de klant geleverd wordt. Er is dus geen verwerkingsinstallatie elders (zoals bijvoorbeeld in Lingewaard) nodig om het zand te verwerken. Het gewonnen zand wordt in de gewenste samenstelling direct per schip afgevoerd waar het elders in het land gebruikt wordt in de bouwsector voor woningbouw, infrastructuur of bijvoorbeeld de aanleg van sportvelden.
Ter aanvulling op bovenstaande vraag: De laadvoorziening is ook niet geschikt om elders gewonnen zand op deze locatie te verwerken. Er is op basis van de regels van het bestemmingsplan enkel een laadvoorziening opgenomen, en geen losvoorziening. Er kan dus geen zand van elders aangevoerd worden.
- Vraag: Is het college van mening dat de zorgen van de omwonende en hun twijfel over de participatie wel voldoende zijn meegenomen?
Antwoord: Ja, we zijn van mening dat de initiatiefnemer participatie heeft doorlopen zoals we voorschrijven in ons beleid. Dit namen we ook op in argument 2.3 van het raadsvoorstel. Dit is ook nader toegelicht in de toelichting bij het bestemmingsplan en de zienswijzenota. Uit de zienswijzen blijkt ook dat de meningen over het participatietraject van elkaar verschillen. Er zijn zowel complimenten als klachten hierover.
In afwachting van uw antwoord,
Met vriendelijke groet,
PvdA-Berg en Dal: Lesley Albers en Henny van der Pol
GroenLinks-Berg en Dal: Caroline de Greeff, Rona Vree en Florian Gödderz