Ons raadslid Lesley heeft de volgende kwestie op 27 september j.l. aan de orde gesteld bij het college.
Hieronder zijn de antwoorden van 28 oktober j.l. verwerkt.
Schriftelijke politieke (vervolg)vragen over ‘Stortingen in zandwinplassen’.
Op 27 september 2019 hebben wij vragen gesteld over de verondieping van zandwinplassen in onze gemeente. De ontevredenheid over de beantwoording door ons college en het (onterechte?) vertrouwen van ons college in (toezichthouder?) Rijkswaterstaat heeft geleid tot een motie onzerzijds op 12 december 2019. Deze motie is door de wethouder overgenomen met de toezegging dat het gevraagde onderzoek naar de lozingen zal worden gedaan/opgevraagd en dat er een bijeenkomst zou worden gehouden met de betrokken partijen (staatsbosbeheer, K3 Delta).
En toen was daar Corona.
Op 27 april ontvingen wij de resultaten van het toegezegde onderzoek: een lijst met stortingen. ‘Grond’ en ‘bagger’.
Omdat Corona een uitgebreid bezoek aan de locatie voorlopig uitsluit en wij dus niet nader in kunnen gaan op de aard van de stortingen en tevens gezien de laatste ontwikkelingen omtrent de aard van de stortingen elders in het Gelderse en de fouten van de toezichthouder, hebben wij de volgende (vervolg)vragen:
- Vraag: Wat is de samenstelling van de gestorte ‘grond’ en ‘bagger’?
Antwoord: In de Erlecomse Kaliwaal mag schone baggerspecie, klasse A en klasse B worden toegepast en schone grond (achtergrondwaarde), wonen en industrie. De Erlecomse Kaliwaal is geen stortplaats. Er mag daarom geen sterk verontreinigde grond worden toegepast. Als de verondieping klaar is, wordt er afgedekt met gebiedseigen kwaliteit of schoner (klasse A of schoner).
- Vraag: Wie controleert die samenstelling op eventuele vervuiling en op de (juiste)classificering daarvan?
Antwoord: De controle vindt plaats aan “de voorzijde”. Iedere melding voor toepassing van grond of bagger wordt uitgebreid gecontroleerd aan de hand van een protocol. Deze controle wordt door een onafhankelijk adviesbureau uitgevoerd. Als er ergens twijfel is over een partij dan wordt deze in eerste instantie geweigerd. De inspecteurs van Rijkswaterstaat bezoeken dan de locatie waar de partij opgeslagen ligt. Zijn er daarna nog steeds twijfels over de kwaliteit dan wordt de partij definitief geweigerd. Zijn de twijfels weggenomen, dan kan een partij alsnog worden geaccepteerd. Rijkswaterstaat doet geen steekproeven achteraf als een partij al is toegepast, omdat zij vinden dat ze dan “te laat” zijn. Controle en duidelijkheid aan de voorzijde is voor Rijkswaterstaat heel belangrijk.
Steekproefsgewijs wordt de hele keten door inspecteurs van Rijkswaterstaat gecontroleerd. De controle vindt dan plaats vanaf de bron (herkomst), transport tot aan het lossen. Deze controle vindt fysiek en administratief plaats. Rijkswaterstaat heeft hiervoor 2 inspecteurs in de regio zuidoost Nederland aangesteld.
- Vraag: Zijn deze controles op schrift gesteld en controleerbaar?
Antwoord: Ja, bovengenoemde controles worden in een handhavingssysteem gezet en zijn controleerbaar.
- Vraag: Heeft de gemeente en/of Staatsbosbeheer hier überhaupt zicht op?
Antwoord: Nee, zoals al eerder aangegeven heeft de gemeente daar geen zicht op omdat wij niet het bevoegd gezag zijn.
- Vraag: Kan het college op zo kort mogelijke termijn aantoonbaar garanderen dat de stortingen voldoen aan de classificaties zoals die in de contracten zijn afgesproken?
Antwoord: Nee, het college kan dat niet garanderen, net zo goed als Rijkswaterstaat dat niet voor 100% kan garanderen. Een partijkeuring is net als een bodemonderzoek een steekproef. Wel worden er bij een partijkeuring uit heel veel grepen grond mengmonsters samengesteld om een zo goed mogelijk beeld van een partij te krijgen.