Dienstverleningsovereenkomst, nu met antwoorden

Door Lesley Albers op 24 september 2020

Ons raadslid Lesley heeft de volgende kwestie op 21 september j.l. aan de orde gesteld bij het college.
Hieronder zijn de antwoorden van 24 september j.l. verwerkt.

Schriftelijke politieke vragen naar aanleiding van M44 Informatienota Dienstverleningsovereenkomst 2021-2022 met de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling ‘Rijk van Nijmegen’

  1. Op pagina 2 van uw informatienota zijn de 7 lokale keuzes aangegeven.
    • Vraag a: Waarop zijn de voorgestelde 7 keuzes vanuit de Keuzekaart (13 opties) exact gebaseerd, inclusief het aantal pepers? Welke cijfers, beleidskeuzes, et cetera.
       
      Antwoorden:

      1. Voortzetting Berg en Dal Werkt!
        De afgelopen jaren is gebleken dat onze lokale aanpak Berg en Dal Werkt! heel succesvol is. Daarom kiezen we ervoor dit te behouden. Deze aanpak, wordt door andere gemeenten overgenomen, maar is wel lokaal gericht en maakt deel uit van het maatwerk. Dit blijft zo en geldt dus ook voor andere gemeenten die deze dienst willen afnemen. Deze aanpak (12 dagdelen, verdeeld over Millingen, Beek en Groesbeek Mallemolen) kost 21 pepers. Daarbij overwegen wij op dit moment het aantal dagdelen in Beek terug te brengen omdat het aantal kandidaten dat daar gebruik van maakt beperkt is. Deze dagdelen willen we in gaan zetten in gebouw Op den Heuvel (Stekkenberg). Dit past in de beweging naar wijkgericht werken, waar we in de Stekkenberg mee gestart zijn., Ook kunnen we die pepers inzetten op extra begeleiding aan zorgjongeren.
      2. De versnelling
        Sommige uitkeringsgerechtigden hebben een steviger begeleiding nodig of stellen andere prioriteiten dan solliciteren. Een stevigere begeleiding (gericht op liefst een intrinsieke motivatie) kan dan effectiever zijn dan alleen een korting op de uitkering (=toepassing maatregelenbeleid). Voordat maatregelen worden toegepast hebben kandidaten al de gelegenheid gekregen alsnog te gaan meewerken aan de uitvoering van hun re-integratietraject. Als daarna een maatregel ook niet blijkt te werken kan in uitzonderlijke gevallen de versnelling worden ingezet, waardoor de kans groot is dat zij toch aan het werk komen. Deze versnelling bestaat uit een intensief begeleidingstraject. Het WerkBedrijf heeft deze aanpak in andere gemeenten al uitgevoerd, en dat werkte goed.. Wij gaan uit van maximaal 10 kandidaten (3 pepers)
      3. Zorgjongeren
        Berg en Dal kent relatief veel zorgjongeren i.v.m. de opvangvoorzieningen in de gemeente (ongeveer 50, waarvan ongeveer 25 in een instelling). Zorgjongeren vinden moeilijker de weg naar werk, de reguliere begeleiding is voor deze groep vaak onvoldoende. Om die reden is extra ondersteuning wenselijk en dit stelt extra eisen aan de deskundigheid van de begeleider. Wij gaan uit van ongeveer 10-15 van deze jongeren die deze extra inzet kunnen gebruiken ( 12 jongeren, 2 pepers).
      4. Werkintake op locatie
        Een werkintake in de eigen gemeente voelt voor veel uitkeringsgerechtigden vertrouwder als eerste kennismaking met WerkBedrijf. Tevens biedt dit meer mogelijkheden voor een warme overdracht van de gemeente naar WerkBedrijf (is een reguliere taak van WerkBedrijf, kost geen extra pepers)
      5. Lokale marktbewerking
        WerkBedrijf kan proactief extra inzet plegen richting lokale werkgevers die een personeelsbehoefte hebben. WerkBedrijf kan ook meedenken over de invulling van deze personeelsbehoefte, waardoor zij ook kandidaten behorend tot de vier focusgroepen extra onder de aandacht van werkgevers kunnen brengen. Voorbeeld is dat wij nu samen met WerkBedrijf gaan onderzoeken welke zorgaanbieders in onze gemeente een personeelsbehoefte hebben, om welke functies dat gaat en of er beschikbare kandidaten zijn binnen het bestand van WerkBedrijf. Daarbij is het ook mogelijk dat er vormen van scholing worden aangeboden om potentiele kandidaten geschikt te maken voor bepaalde functies binnen de zorg ( 20 contacten,1 peper)
      6. Arbeidsbemiddeling op locatie
        Voor sommige kandidaten kan het wenselijk zijn de arbeidsbemiddeling in de gemeente te laten plaatsvinden. Dit geldt vooral voor kwetsbare kandidaten, waarvoor vooral wordt gezocht naar werk bij lokale bedrijven (1 peper).
      7. Aansluiting op sociale wijkteams
        Voor sommige kandidaten is een benadering op meerdere leefgebieden nodig om hen uiteindelijk te bemiddelen naar werk. Het kan gaan om het opheffen van belemmeringen op het gebied van financiën, verslaving, gezinsproblemen e.d.. Het is dan belangrijk dat WerkBedrijf goed is aangesloten (1 dagdeel per week, 2 pepers).
        De bekostiging van dit dienstverleningspakket gebeurt met het resterende maatwerkdeel (21 pepers/€ 210.000,-), is 25% van het participatiebudget onder aftrek van bestaande lokale verplichtingen. In ons geval zijn dat nog loonbetalingsverplichtingen op grond van de voormalige Instroom-doorstroombanen en Wiw-banen. Deze verplichtingen worden geleidelijk minder doordat deze mensen met pensioen gaan e.d.. Voor het resterende deel (€ 50.000,-) wordt het meerwerkbudget ingezet. Totale kosten 26 pepers oftewel € 260.000,-.


       

    • Vraag b: Waarom is daarbij bijvoorbeeld niet gekozen voor een specifieke doelgroepaanpak, zoals de 55-plussers of alleenstaande (part time werkende) ouders?
       
      Antwoord: De genoemde doelgroepen zijn al focusgroep, waarbij er sowieso begeleiding op maat plaatsvindt.
       
  2. Vraag: In de DVO 2020 stond in artikel 9 meer uitwerking van de “Dienstverlening”. Wat is de reden dat dit artikel in dit concept niet meer is opgenomen?
     
    Antwoord: De dienstverlening is nader uitgewerkt in artikel 3 (‘Kenmerken van de dienstverlening’) en in het Dienstenboek als bijlage bij de DVO.
     
  3. Vraag: In artikel 13 van de DVO 2021-2022 in het tweede lid wordt een aanvullende afspraak benoemd over de prestatie-indicatoren en bijvoorbeeld het geven van meer inzicht in wel/niet duurzaamheid van de plaatsingen (banen). Dit was ook één van de onderdelen van de eerder aangenomen Motie Echte Banen. Goed dat er aandacht voor is, maar in het artikel staat: “Werkbedrijf gaat na” . Dat is een erg ruim en vrij begrip. Waarom is hiervoor gekozen? Wat verwacht u als concreet resultaat van dit tweede lid?
     
    Antwoord: WerkBedrijf streeft bij de plaatsingen naar zo duurzaam mogelijke banen (zie dienstenboek). Dit is zeker bij fulltime banen moeilijk te monitoren, aangezien de kandidaat gewoonlijk geen verbinding meer heeft met WerkBedrijf. Hij/zij is uit de uitkering en niet meer onder begeleiding van WerkBedrijf. Tenzij het aangepaste banen zijn, zoals beschut werk nieuw, dan is er nazorg en kan wel gemonitord worden. WerkBedrijf gaat onderzoeken op welke manier zij zo efficiënt mogelijk de duurzaamheid kunnen monitoren.
     
  4. Voorgesteld wordt om de DVO 2021-2022 voor 2 jaar af te sluiten in plaats van 1 jaar.
    • Vraag a: Hoe moeten of kunnen afspraken tussentijds worden gewijzigd door een gemeente? Wat betekent dat praktisch gezien voor bijvoorbeeld het tijdspad en administratieve rompslomp?
       
      Antwoord: Afspraken over het lokale maatwerk kunnen flexibel worden aangepast. Aanpassing van voor alle gemeenten geldende afspraken dienen met de gezamenlijke gemeenten te worden afgestemd, waarna het dagelijks bestuur gewenste aanpassingen kan doorvoeren. De tweejarige DVO is juist bedoeld om onnodige rompslomp te voorkomen, omdat de jaarlijkse ambtelijke- en bestuurlijke inzet zeer veel tijd en dus geld kost. Bovendien richt de DVO zich op de uitvoering van een vierjarig beleidsplan (Werk Voorop).
       
    • Vraag b: Hoe ziet u de risico’s hiervan in het kader van de huidige ontwikkelingen (zoals nog deels onbekende maar te verwachten gevolgen qua werkgelegenheid en doelgroep door de Coronacrisis)?
       
      Antwoord: Het centraal planbureau heeft een viertal scenario’s gesteld, waarbij in het meeste extreme geval de werkloosheid uitkomt op 9,4%. Dit gaat uit van een recessie van 1,5 jaar en een uitblijvend herstel in 2021. Mocht deze situatie zich voordoen dan voert WerkBedrijf de reguliere taken uit en zal gebruik worden gemaakt van extra instrumenten (zoals omscholing) die deels door het rijk beschikbaar worden gesteld. Het is dus zo dat de recessie niet direct hoeft te leiden tot het aanpassen van de DVO, hooguit een andere inzet van de lokale diensten.
       
  5. Vraag: Waarom valt ons succesvolle “Berg en Dal Werkt!” inmiddels niet onder “reguliere werkzaamheden”, nu zoveel gemeenten dit hebben overgenomen?
     
    Antwoord: De bekostiging van de maatwerk dienstverlening bestaat uit twee delen. Alle gemeenten maken het zogenaamde participatiebudget jaarlijks over naar WerkBedrijf. Daarvan is afgesproken dat 25% van dat budget lokaal wordt ingezet. Daarnaast kunnen gemeenten nog eigen middelen inzetten en dat gebeurt in onze gemeente ook via het budget meerwerk.
     
  6. Vraag: Kunnen wij de laatste onderzoeken naar de klanttevredenheid ontvangen (resultatensheets)?
     
    Antwoord: Er zijn geen resultatensheets beschikbaar van de onderzoeken, wel een rapportage in de jaarrekening 2019. Daarin is het volgende opgenomen.
    “De mening van de kandidaat is belangrijk. Afgelopen jaar werden 4.285 kandidaten aangemeld voor onze dienstverlening. 998 kandidaten meldden we terug naar gemeenten. Zij konden, vanwege diverse redenen, nog niet richting werk bemiddeld worden. Bijvoorbeeld omdat (multi)problematiek eerst opgelost moet worden. Alle kandidaten die bij ons in de dienstverlening komen, vragen wij regelmatig wat zij van onze dienstverlening vinden. Wat blijkt uit alle vragenlijsten is dat het contact met de consulenten goed wordt gewaardeerd. We merken dat contact en luisteren belangrijke zaken onderdelen zijn in
    onze dienstverlening. We hebben geleerd van hun feedback over de eerste kennismaking met ons. Daar hebben we aanpassingen in de bijeenkomst gedaan. En nu krijgen we terug dat kandidaten die aan het werk zijn ook graag contact met ons willen blijven houden. Verder is goed uitleggen wat kandidaten van ons kunnen verwachten ook een verbeterpunt. Kortom, door goed naar deze signalen te blijven luisteren kunnen we continu onze dienstverlening aanpassen.
    De tevredenheid van SW-medewerkers is afgelopen jaar gemeten in een medewerkerstevredenheidsonderzoek. We kregen een 6,7 als gemiddeld rapportcijfer. In 2017 was dit een 6,4.”
    WerkBedrijf zal ook de tevredenheid meten over 2020 en dat weer in het jaarverslag opnemen.

     
Lesley Albers

Lesley Albers

De afgelopen 4 jaar was ik raadslid en fractievoorzitter. Ik vind het een eer en een uitdaging om opnieuw gekozen te zijn tot de nieuwe lijsttrekker voor de gemeenteraadsverkiezingen 2022. Ik vind het belangrijk dat jonge werkende moeders ook vertegenwoordigd zijn in de raad. Via onze website en sociale media houd ik jullie op de

Meer over Lesley Albers